Eén van de eerste stappen naar een gezonde leefstijl is het kiezen voor een volwaardig en bewust voedingspatroon. Wanneer jij in de supermarkt een bewuste keuze wilt maken is het heel waardevol om etiketten te kunnen lezen. Zonder deze vaardigheid kan je namelijk erg makkelijk ten prooi vallen aan allerlei voedingsclaims en mooie verpakkingen die je helaas op het verkeerde been kunnen zetten. Daarnaast is het aanbod in de supermarkt tegenwoordig zo overvloedig, dat het heel handig is wanneer je producten met elkaar kan vergelijken. Zo kan je de beste keuze maken voor voedingsmiddelen die aansluiten bij jouw voorkeuren en doelen. In deze blog leggen wij uit wat er op het etiket staat, wat dit betekent en waar je op moet letten bij het lezen van het etiket.
In de Nederlandse Warenwet zijn regels opgesteld over wat er op het etiket moet staan. Dit zijn onder andere de voedingswaarde, de ingrediënten, allergenen en een houdbaarheidsdatum. Wanneer je producten met elkaar wilt vergelijken om te achterhalen of dit product een goede keuze is, kan je als consument de meeste informatie halen uit de voedingswaarden en de ingrediëntenlijst.
Voor de fabrikant is het verplicht om de voedingswaarde van het voedingsmiddel per 100 gram te vermelden. Dit zorgt ervoor dat je makkelijker de voedingswaarde van verschillende producten kan vergelijken. Daarnaast mag de fabrikant ook de voedingswaarde per portie van het product vermelden. De fabrikant bepaalt zelf hoe groot zo'n portie is. Daarbij kan de genoemde portie misleidend zijn. Bijvoorbeeld bij een klein verpakking granenbiscuits, waar 2 stuks in zitten, waarbij de voedingswaarde voor slechts 1 stuk wordt weergegeven. Het advies is daarom om producten te vergelijken aan de hand van de voedingswaarde per 100 gram, ook omdat ieders behoefte en portiegrootte natuurlijk anders is.
Op het etiket vind je, vaak in de vorm van een tabel, de gemiddelde voedingswaarde per 100 gram. Hier lees je van boven naar beneden:
De energie, dus het aantal kilocalorieën (kcal), van een product wordt geleverd door de vetten, koolhydraten, eiwitten, vezels (en eventueel alcohol). Goed om te weten is dat deze nutriënten een vaste hoeveelheid energie leveren, namelijk:
Daarnaast bestaan voedingsmiddelen uit water, vitaminen en mineralen. Deze leveren allen geen energie.
Wanneer je voedingsmiddelen met elkaar wilt vergelijken kan je het beste twee vergelijkbare producten uit één schap kiezen. Als voorbeeld gaan we twee zuiveldranken vergelijken die op het eerste oog erg op elkaar lijken.
Wanneer we deze etiketten vergelijken zien we een verschil in het aantal calorieën, namelijk 58 kcal per 100 ml voor de Vifit drinkyoghurt en 32 kcal per 100 ml voor de Optimel drinkyoghurt. Dit verschilt zit hem er in dat de Vifit meer koolhydraten (in de vorm van suikers) bevat dan de Optimel. Wanneer je doel is om af te vallen wil je minder kcal binnen krijgen dan dat je verbruikt. In dat opzicht is de Optimel de betere keuze. De Optimel drinkyoghurt heeft zijn zoete smaak verkregen door voornamelijk gebruik van zoetstoffen, waar de Vifit gezoet is met suiker. Bij het kiezen van een zuivelproduct zit je het veiligst wanneer je voor een naturel variant kiest. Wil je toch voor zuivel met een smaakje gaan? Let dan goed op de hoeveelheid koolhydraten per 100 g/ml. Is dit hoger dan 5 gram? Dan is er gegarandeerd suiker toegevoegd aan het zuivelproduct! Onder de 5 gram per 100 g/ml zit je dus goed.
Per productgroep is het raadzaam om te letten op verschillende zaken. Zo zal je bij het vergelijken van zuivel voornamelijk kijken naar de hoeveelheid suikers en vetten. Maar wanneer je twee soorten vlees vergelijkt, kijk je voornamelijk naar de hoeveelheid vetten. En wanneer je een graanproduct zoals brood vergelijkt, let je juist weer meer op de hoeveelheid vezels.
Wanneer je de voedingswaarden vergelijkt zijn de belangrijkste zaken om op te letten:
De fabrikant is verplicht om alle ingrediënten van het voedingsmiddel te vermelden op het etiket. Handig om te weten is dat de ingrediënten worden benoemd op volgorde van hoeveelheid. Het eerst genoemde ingrediënt, is het ingrediënt wat het meeste voorkomt in het product en het laatstgenoemde ingrediënt hetgeen wat het minst voorkomt. Vaak zie je ook bij een aantal ingrediënten percentages staan. Het vermelden van het percentage is verplicht wanneer het ingrediënt voorkomt in de productnaam of wanneer het ingrediënt in woord of beeld is weergegeven op de verpakking. Bijvoorbeeld bij het product ‘amandelmelk’ is het verplicht om het percentage amandelen in de ingrediëntenlijst weer te geven.
Probeer in de basis zoveel mogelijk te kiezen voor voedingsmiddelen met een beperkte ingrediëntenlijst. Zo weet je dat het product niet allerlei onnodige toevoegingen bevat. Een pindakaas bestaande uit 100% pinda’s is een betere keuze dan de ‘reguliere’ pindakaas waaraan vaak olie, suiker en zout is toegevoegd. Kijk daarnaast uit voor bepaalde ‘schuilnamen’ in de ingrediëntenlijst. Dit is voornamelijk het geval bij suiker. Wanneer er suiker in de ingrediëntenlijst staat opgenomen, weet je zeker dat er suiker is toegevoegd aan het voedingsmiddel. Echter wordt suiker lang niet altijd zo benoemd. Veel voorkomende schuilnamen voor suiker die je niet als dusdanig zou herkennen zijn: fructose, glucose, dextrose, sacharose, sachariden, glucosestroop, lactose en maltose.
Vaak vind je op de voorkant van verpakkingen van voedingsmiddelen allerlei claims waarmee fabrikanten beweren dat hun product bepaalde positieve eigenschappen heeft en daarom een goede keuze is. Voor een groot aantal voedingsclaims zijn regels opgesteld, zoals bijvoorbeeld voor claims zoals ‘light’, ‘rijk aan vezels’, ‘zoutloos of ‘zonder toegevoegde suikers’. Om een voedingsclaim op de verpakking te mogen vermelden, moet het product dan bepaalde voorwaarden voldoen. Soms kunnen deze claims echter alsnog misleidend zijn. Denk bijvoorbeeld aan de claim ‘vetarm’ op een product wat weinig vet bevat, maar wel boordevol toegevoegde suikers zit.